dinsdag 31 december 2013

Semantische verwarring (31 december 2013)

Mij is gevraagd om gevallen te beschrijven waarin er een semantische verwarring is ontstaan. Ik definieer semantische verwarring als:
Men denkt dat men de ander begrijpt, echter men heeft de ander verkeerd begrepen.

Casus 1: gescheiden vrouw

Een vrouw is in maart gescheiden.  Het gaat zo te zien om een zogenaamde vechtscheiding: de man is toegang tot de woning ontzegd door de rechter. Inmiddels staat het huurcontract van de woning op naam van de vrouw. Ook gas, water en licht staan op naam van de vrouw. De vrouw vraagt een huurtoeslag aan. De huurtoeslag wordt de vrouw ontzegd op basis van de hoogte van het inkomen van dit huishouden. Het inkomen van de man wordt blijkbaar meegerekend tot het huishouden van de vrouw. De Gemeentelijke Basisadministratie wordt blijkbaar gebruikt om te bepalen wie er tot het huishouden behoort. Ten onrechte in dit geval want de man woont waarschijnlijk niet meer bij de vrouw. 

De vrouw heeft gepoogd haar huurtoeslag aan te vragen:
  1. op Toeslagen.nl
  2. via de Belastingtelefoon. Belastingtelefoon heeft haar doorverbonden met de backoffice
  3. aan de balie van een Belastingdienstkantoor
Geen van deze wegen leidden tot resultaat. En nog erger, geen van deze wegen stelden de vrouw in staat om bezwaar te maken tegen dit besluit.

Casus 2: Uit-huis-zetting

Een persoon wordt uit huis gezet vanwege achterstallige betalingen van de huur. De persoon geeft zijn nieuwe woonadres niet door aan de gemeente. De nieuwe huurder vraagt een huurtoeslag aan. De huurtoeslag wordt afgewezen omdat er op dat adres reeds een huurder staat geregistreerd die ook een huurtoeslag ontvangt. De persoon wordt verwezen naar de gemeente. Eerst moet de gemeente goed registreren, dan pas kan er een huurtoeslag aangevraagd worden. Ten onrechte. De vrouw kan aannemelijk maken dat zij de enige is die op dat adres woont.

Casus 3: Omzet

Een persoon wil een onderneming starten. De persoon laat zich in het Handelsregister registreren. Vanuit haar enthousiasme geeft ze een aanzienlijk bedrag op als om de geschatte omzet wordt gevraagd. De Belastingdienst stuurt huur een voorlopige aanslag op basis van deze geschatte omzet.

Casus 4: Woonadres

Een medewerker bij de Kamer van Koophandel wil alle woonadressen van natuurlijke personen in het Handelsregister gelijk maken met de woonadressen in de GBA. Het woonadres van het Handelsregister dient echter om terug te kunnen vorderen, eventueel door beslaglegging. De GBA baseert het woonadres op basis van het aantal overnachtingen. Een persoon moet zich inschrijven waar deze persoon het meeste overnacht. Het woonadres in het Handelsregister dient om aan te geven waar het bezit van deze persoon staat: onroerend goed, inboedel, vervoersmiddelen, etc. Zo zou een persoon die voor zijn werk een pied á terre huurt in de buurt van zijn werk, kunnen inschrijven bij de GBA op het adres van zijn pied á terre. Echter, waarschijnlijk is dit niet het adres waar het bezit van deze persoon zich bevindt. Ook is dat woonadres waarschijnlijk niet het hoofdverblijf voor de Inkomstenbelasting. 

Casus 5: Parkeervergunning

Mensen die wonen in de binnenstad, hebben vaak moeite om hun auto te parkeren. Deze mensen kunnen een parkeervergunning aanvragen zodat ze hun vervoersmiddel kunnen parkeren op speciaal daarvoor bestemde parkeerplaatsen. Het duurt lang voordat een parkeervergunning wordt toegekend. Er wordt echter uitzondering gemaakt voor ondernemers. Ondernemers in de binnenstad komen al redelijk snel in aanmerking voor een parkeervergunning. Als gevolg hiervan registreren bewoners zich in het Handelsregister. Niet omdat zij een onderneming gaan drijven maar omdat ze een parkeervergunning wensen.

Casus 6: Geboortedatum

Een man is immigrant uit Turkije. In Turkije is van deze man geen geboortedatum geregistreerd. Bij immigratie wordt aan het loket van de gemeente het geboortejaar van deze man geschat. De gemeente registreert 00 als dag van de geboorte, 00 als maand van de geboorte en het geschatte geboortejaar. De man beschouwt zichzelf als ingeburgerd Nederlander en eist daarom een echte geboortedatum, net zoals andere Nederlanders. De man procedeert tot aan de Raad van State toe. De man wordt echter in het ongelijk gesteld. Bij de Belastingdienst echter, wordt deze geboortedatum direct na ontvangst uit de GBA omgezet in een fictieve geboortedatum zoals bijv. 01-07-1948. Belastingdienst moet dit doen om te kunnen bepalen wanneer iemand ouder dan 18 jaar is en wanneer iemand de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.

Daar komt bij dat in Turkije niet de datum wordt geregistreerd waarop de persoon op de wereld komt maar de datum waarop de persoon wordt aangegeven aan het loket van de burgerlijke stand. Zo kan het gebeuren dat een persoon een geboortedatum heeft die 6 weken ligt na zijn werkelijke geboortedatum omdat de persoon werd geboren in een bergdorpje dat ingesneeuwd was.

Casus 7: Overlijden

Een echtpaar gaat op vakantie naar Algerije. Helaas komt de man te overlijden tijdens de vakantie. De vrouw wil haar man begraven in Nederland. De vrouw krijgt de officiële papieren omtrent het overlijden van de man, niet snel genoeg in orde. De vrouw besluit om toch alvast terug te vliegen met het lichaam mede omdat het lichaam niet lang goed blijft bij de temperatuur in Algerije. Na de begrafenis meldt de vrouw zich aan het loket van de gemeente om daar het overlijden van haar man te laten registreren. Zonder succes echter, de gemeente weigert het overlijden te registreren zonder officiële verklaringen omtrent het overlijden. Ook de pogingen van de Nederlandse ambassade in Algerije hebben niet kunnen leiden tot officiële verklaringen. De man heeft nog twee jaar doorgeleefd in de GBA en is toen ambtshalve overleden. 

Casus 8: briefadres

Een man in Eindhoven is dementerend maar woont nog wel zelfstandig. De zoon van deze man merkt dat de post deze man regelmatig door de war maakt. De zoon vraagt daarom een briefadres aan voor deze man. Toeslagen besluit om de Huurtoeslag van deze man te stoppen omdat er geen woonadres bekend is. De man bemerkt de daling in zijn inkomen en gaat daarom minder eten...

Casus 9: woonadres

Een jongeman gaat studeren en huurt tijdelijk een kamer in onderhuur van een andere student die voor zijn studie tijdelijk naar Amerika gaat. De  student die naar Amerika gaat, geeft bij de GBA echter niet op dat hij vertrokken is. De onderhuurder wil zich inschrijven bij de gemeente. De gemeente weigert omdat er reeds 10 mensen geregistreerd staan op dat adres. In de woning mogen geen 11 mensen wonen in verband met de brandveiligheid. Gevolg: de onderhuurder krijgt geen beurs voor uit-huis-wonende studenten.

Casus 10: hoofdverblijf 

Veel mensen wonen in een recreatiewoning. Deze mensen wonen keurig 3 maanden per jaar elders, zoals de ruimtelijke ordening dat voorschrijft. Veel gemeenten echter, staan mensen niet toe om zich in te schrijven op het adres van hun recreatiewoning. Immers, als mensen wonen op het adres van een recreatiewoning, dan moeten bouwbesluiten van toepassing worden op deze adressen en de voorzieningen (riolering, afval ophalen, etc.) moeten voldoen. Ook moeten de hulpdiensten binnen bepaalde tijd verschijnen op adressen waar mensen wonen. Vanwege deze consequenties zijn er gemeenten die mensen niet in laten schrijven op het adres van een recreatiewoning. Voor de inkomstenbelasting echter, mag wel degelijk de recreatiewoning worden beschouwd als hoofdverblijf. Zo lang het sociaal-economische leven van iemand zich afspeelt op dat adres, dan mag die woning worden beschouwd als hoofdverblijf. De rente voor de hypotheek en leningen voor verbouwingen van die recreatiewoning, zijn daarom aftrekbaar.

Zie ook de casus Guus Hiddink waar er verschillend werd geoordeeld tussen de GBA en de uitvoering Wet op de Inkomstenbelasting over het woonadres van Guus.

Casus 11: Kinderen

De gemeente registreert een kind-ouder relatie als:
  • het kind geboren wordt uit de moeder
  • de partner van de moeder het kind erkent als zijn of haar kind
  • het kind wordt geadopteerd.
De Inkomstenbelasting beschouwt pleegkinderen echter ook als kinderen.

Casus 12: Scheiding

Veel Belastingwetgeving schrijft voor dat de burgerlijke staat wordt bepaald door wat in de de GBA staat geregistreerd. Echter, na emigratie worden gegevens in de GBA opgeschort. Als er een scheiding plaatsvindt in het buitenland dan wordt deze vaak niet geregistreerd in de GBA, immers de gegevens zijn opgeschort in de GBA. Voor Belastingdienst echter (Toeslagen, fiscaal partnerschap, etc.), kan de burgerlijke staat relevant zijn in de uitvoering. Belastingdienst wijzigt de burgerlijke staat dan zelfstandig, zonder dat de nieuwe burgerlijke staat wordt geregistreerd in de GBA.

Casus 13: Waterschapsbelasting

De waterschappen gebruiken onder andere informatie uit de WOZ, het Kadaster en de GBA om te oordelen hoeveel personen er tot het huishouden behoren van een bepaald onroerend goed. Sommige mensen bellen echter op om te vertellen dat hun ouders weliswaar op hetzelfde kavel wonen maar niet tot het huishouden behoren. Geen probleem voor het waterschap: het kavel wordt gesplitst en er worden nu 2 aanslagen in plaats van 1 aanslag opgelegd. (zie 'dubbele bewoning' in "slim heffen eindconcept.pdf")

Geen opmerkingen:

Een reactie posten